De afdeling cursussen is tijdelijk telefonisch bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 13:00 tot 16:00 uur.
En dat vieren we met een verhaal dat plaatsvindt in de Lindenberg
12-04-2022
Op 29 maart 1972 werd de Ridderstraat 23 geopend: het pand waar de Lindenberg in zit. Ter ere van dit heuglijke feit geven wij jullie een verhaal cadeau: Jonna, of waarom het regent op de gang. Dit verhaal werd geschreven door Patrick Feijen en ingesproken door Ronald Naar. Nijmeegse illustrator Esther Aarts maakte de illustraties, die nu levensgroot op het binnenplein van de Lindenberg te bewonderen zijn. We mochten op bezoek komen in Esthers studio en stellen haar graag aan jullie voor.
Groen en licht
Esther werkt in een prachtig lichte studio, waar de zon volop naar binnen kan schijnen. Overal staan groene planten en aan de muren hangen kleurrijke prenten – maar niet van haarzelf: ‘ik hoef niet de hele dag naar mijn eigen werk te kijken'.


New York Times
Je kan Esthers werk herkennen uit allerlei kranten: De Volkskrant en het Algemeen Dagblad bijvoorbeeld. Maar ook in de New York Times verschijnt haar werk af en toe. Hoe ze daar dan terecht is gekomen, als Nijmeegse illustrator? ‘Gewoon mijn werk een keer opgestuurd. Dat kreeg ik als tip van docenten bij wie ik een opleiding volgde in New York. Daarna hoorde ik een half jaar niks, en ineens had ik een mailtje met een opdracht – of ik binnen een paar dagen een illustratie kon maken bij een artikel.’ Blijkbaar viel haar werk in de smaak, want voor een van de kerstedities van het boekenkatern van de New York Times mocht ze daarna álle illustraties maken. ‘Dan gil je toch wel even als die op de deurmat valt.’


Als ik later groot ben...
Esther zat als kind altijd al te tekenen (‘altijd alle kantlijnen volgekrabbeld’) maar was niet meteen illustrator van beroep. ‘Ik begon met grafisch werk en ging steeds meer richting programmeren, steeds technischer. Op een gegeven moment miste ik het om creatief te zijn en ging ik voor de lol weer tekenen. Daar ging ik toen wat geld mee verdienen en dat liep steeds beter, en zo ben ik uiteindelijk dit vak in gerold.’ Als kind had ze wel creatieve dromen, net als Jonna in het verhaal: ‘Striptekenaar wilde ik worden! Dat is niet helemaal gelukt maar ik kom best in de buurt’.


Werkproces
Toen Esther de vraag kreeg of ze voor dit verhaal de illustraties wilde maken, moest ze even nadenken. ‘Zo werk ik altijd. Ik lees de tekst een paar keer, kijk of de opdracht past bij mijn tekenstijl. Dan kijk ik of er momenten uitspringen die ik zou kunnen tekenen. Ik ga schetsen, gewoon met potlood op papier, en daarna naar de tekentablet om alles scherp te maken en, uiteindelijk, kleur te geven. Soms zie ik meteen voor me hoe een illustratie moet worden, soms is het wat meer uitproberen’. De zilverachtige muren in het verhaal van Jonna was zoiets wat ze even moest uitproberen, hoe vertaal je zoiets mysterieus in een illustratie?
Advies voor jonge tekentalenten
Hoe ze het uiteindelijk vond, deze opdracht? ‘Superleuk!’ Gelukkig maar. En voor alle jonge tekenaars en kunstenaars die denken ‘als ik later groot ben wil ik ook zoiets gaan doen’, heeft Esther één belangrijk advies: ‘Iedereen heeft z'n eigen handtekening in het tekenen. Blijf die altijd vasthouden. Leer technieken, maar blijf bij jezelf. Juist jouw imperfecties maken jouw stijl.’