Beeldende ateliers: creativiteit en experiment stimuleren in grote groepen

Hoe kun je beeldend procesgericht werken met grote groepen? Die vraag werd de afgelopen jaren steeds urgenter voor beeldend docent Lotte van Campen. Het antwoord: beeldende ateliers.

Met kant-en-klare atelierkisten kunnen onze beeldend docenten op een laagdrempelige en vernieuwende manier aan de slag met de leerlingen in het primair onderwijs.


Naast kunstvakdocent en coördinator PO voor Lindenberg op School is Lotte van Campen mede-ontwikkelaar van de beeldende atelierkisten. We spraken haar over deze nieuwe ontwikkeling op het gebied van lesmethodes in het primair onderwijs. Hoe werkt het concept? En wat zijn de effecten op de leerlingen?

Hallo Lotte, kun je ons vertellen wat de beeldende ateliers inhouden?

Het beeldend atelier is een concept dat we ontwikkeld hebben voor leerlingen in het primair onderwijs, in eerste instantie voor groep 1 t/m 4 maar later ook voor de bovenbouw. Het idee is dat we een werkplaats maken waarin ontdekken en experimenteren centraal staan. Leerlingen kunnen hier op een procesgerichte manier werken aan hun creatieve ontwikkeling. Dit betekent dat het proces en de weg ernaar toe belangrijker is dan het resultaat.

Iedere keer wordt er een ander materiaal gebruikt. Met dat materiaal gaan de leerlingen aan de slag: ze gaan dingen maken en ontdekken wat er allemaal mogelijk mee is. Leerlingen krijgen vooral veel ruimte om zelf aan de slag te gaan, en mogen hun eigen aanpak volgen. Willen ze bijvoorbeeld samenwerken? Of werken ze liever alleen? Binnen de beeldende ateliers kunnen ze zelf die keuze maken.

De vakdocent van Lindenberg op School volgt de leerlingen en helpt alleen als het echt nodig is. Als leerlingen vastlopen in hun proces kan de docent eventueel vervolgstappen aanreiken - maar het basisidee is dat leerlingen echt zelf hun weg vinden. Het is belangrijker om als docent de goede vragen te stellen en dan voor te doen hoe het moet.

Voor deze beeldende ateliers zijn er ook atelierkisten ontwikkeld. Wat is hier de functie van?

In de atelierkisten zitten alle materialen die nodig zijn om de thematische les uit te voeren, met voor de beeldend vakdocent van Lindenberg op School een introductie met tips wat er zoal met dit materiaal mogelijk is.

De docent richt daarmee naar eigen inzicht een speelzaal in voor de leerlingen. Ook voor de docent is er veel ruimte om dingen uit te proberen, maar ook om zich in de les te concentreren op één materiaal of opdracht.

Een visuele indruk van de beeldende ateliers in actie

De onderste twee foto's komen uit een video die Cultuur Oost maakte op de Tovercirkel, tijdens de beeldende atelierles van Lotte.


Wat maakt de beeldende ateliers anders ten opzichte van andere lesmethodes?

Het belangrijkste verschil is dat het niet om het eindproduct gaat, maar om het proces. Dit betekent dat de uitkomst van het beeldende atelier voor elk kind anders zal zijn. Waar het bij een 'conventionele' beeldende les voor kan komen dat de leerlingen aan het einde thuiskomen met allemaal ongeveer dezelfde werkjes, zal dat bij een beeldend atelier nooit het geval zijn. Leerlingen krijgen veel individuele ruimte om zelf te ontdekken en te experimenteren tijdens de les.

De beeldende ateliers en de atelierkisten zijn erop gericht om de omstandigheden te scheppen zodat de leerlingen geconcentreerd en betrokken raken bij wat ze aan het doen zijn.

Het procesgericht werken maakt dat de leerlingen meer eigenaarschap voelen, waardoor ze deze concentratie beter kunnen bereiken. Het ultieme doel is dat ze in een staat van 'flow' komen, waarin ze helemaal in het proces verdiept raken en de creativiteit vrijelijk kan stromen.
 

Dit beeld komt uit een video die Cultuur Oost maakte op de Tovercirkel, tijdens de beeldende atelierles van Lotte.

Hoe is het werken met de aterlierkisten voor de kunstvakdocent?

De inhoud van de atelierkisten en de bijbehorende instructie zijn niet dwingend maar dienen ter inspiratie voor de docent: er is veel ruimte voor eigen inbreng en creativiteit. De probleemstelling per les kan aangepast worden aan de leeftijdscategorie en het niveau van de leerlingen. 

In welk soort lokaal worden de beeldende ateliers gegeven?

We laten de lessen van de onderbouw bij voorkeur in de gymnastiek- of speelzaal van de school plaats laten vinden. Dit omdat we ook letterlijk de ruimte voor de leerlingen willen scheppen om het experiment aan te gaan en op hun eigen manier met hun proces bezig te zijn. Dit is nog iets dat de beeldende ateliers bijzonder maakt. De lessen voor de bovenbouw worden overigens meestal wel in hun eigen lokaal gegeven. 

Wat doet deze werkwijze met de leerlingen?

De ruimte die we de leerlingen geven doet ze vaak goed. Ze zijn geïntrigeerd dat ze zoveel zelf mogen doen en pakken het op intuïtieve wijze snel op.

Kinderen zijn vaak trots op wat ze bereikt hebben, en bespreken uit zichzelf wat hun proces is geweest. Vooral kinderen waarvan gezegd wordt dat ze moeilijk met grenzen en dingen moeten om kunnen gaan voelen zich erg vrij, en vertonen weinig tot geen probleemgedrag. 

Uiteraard zijn er ook kinderen bij die erg moeten wennen aan de vrijheid, die toch een voorkeur voor meer structuur blijken te hebben. Maar over het algemeen zien wij dat deze werkwijze een positief effect heeft op de leerlingen. 


Jij bent een van de ontwikkelaars van het werken met de atelierkisten. Hoe is dat gegaan?

Ik ben als docent al 25 jaar bezig met het stukje bij beetje integreren van procesgericht werken in mijn beeldende lessen. Vanuit praktisch oogpunt kon dit eerst alleen maar in kleine groepjes. Dit maakte het lastig om procesgericht te werken, want daar was vaak geen capaciteit of geld voor.

Ik wilde deze werkwijze graag ook geschikt maken voor grote groepen. Daaruit ontstond het idee van de atelierkisten, dat ik samen met Mirjam van Casteren, Myrna Rasker en Sienna Willemsen, ook beeldend docenten voor Lindenberg op School, verder heb uitgewerkt tot wat het nu is.

Nu zijn we al op een heel aantal scholen op deze manier aan het werk vanuit Lindenberg op School: op acht scholen geven we beeldende ateliers aan de onderbouw, en op drie aan de bovenbouw. Het is heel mooi om te zien dat het zo aanslaat, ook bij de leerkrachten van de scholen waar we deze lessen geven. Zij nemen soms ook delen van onze methode over in hun eigen lessen.

 

Dit artikel stond ook in de nieuwsbrief van Lindenberg op School. Schrijf je in!

E-mailadres