Interviews over LEF - Praten met de makers

Soraya Onstenk is al tien jaar betrokken bij LEF. Eerst als leerling, later als productieassistent.
We spraken haar over haar tijd bij LEF en wat LEF voor haar betekent.

Vertel eens, hoe is jouw connectie met LEF begonnen?

Dat is ondertussen alweer tien jaar geleden, in 2012. Op mijn elfde mocht ik zelf meedoen met het LEF-project, en speelden we nog de ‘Kleren van Keizer Q’. Dat jaar heb ik met school meegedaan, en het jaar daarop bij ‘Tim en de grote verhalensoep’ mocht ik meedoen met de productieklas.

Aan het einde van de productieklas is Will Sonnemans naar mijn ouders toe gegaan, omdat zij potentie in mij zag om met LEF bezig te blijven. Op basis daarvan ben ik het jaar daarop als productieassistente bij LEF aan de slag gegaan. Ik woon de repetities bij op de Aldenhof, en leer de dansen en het script uit mijn hoofd.

Tijdens de voorstellingen zorg ik dat alles goed loopt achter de schermen. De kinderen kennen mij, en dat vind ik heel fijn want ik ben voor hun het eerste aanspreekpunt. Ik zorg onder andere dat de spullen en de kinderen op tijd op het podium staan.

Op welke basisschool zat je toen je met LEF begon?

Ik zat op het Octaaf in Neerbosch-Oost (nu Kindcentrum Toon). De eerste keer deden we vanuit school mee, en het jaar daarop mocht je zelf kiezen of je nog een keer mee wilde doen. Ik wilde dat natuurlijk heel graag!

Je bent begonnen in de productieklas, wat nu de theaterklas heet. Had je dan dus ook een van de hoofdrollen bij die eerste keer LEF?

Dat ging toen een beetje vanzelf. De productieklas toen was nog niet zo groot als dat die nu is: we waren maar met een stuk of twaalf dansers. Daardoor kreeg je bijna automatisch een grotere rol toebedeeld. Als we gingen oefenen met de rollen kreeg ik het script in mijn handen, en zat ik er als souffleur bij. Het was niet dat ik dat per se moest doen, maar daar rolde ik op die manier een beetje in.

Als iemand moest weten wat die danspas was, klonk het al gauw ‘dat weet Soraya wel’, dus dat gebeurde gewoon. Het is niet dat ik daarom gevraagd had, maar ik vond het wel heel leuk dat ik het mocht doen.

Groepsfoto van de theaterklas van LEF 2013. Soraya is de tweede van rechts, in het blauw.

Je bent begonnen op het podium, toen is je positie naar achter de schermen verschoven. Hoe was je ervaring op het podium?

Mijn ervaring op het podium was heel goed, maar ik ben wel echt iemand voor achter de schermen. Ik werk het liefst keihard om ervoor te zorgen dat alles op het podium goed gebeurt, zolang ik er zelf maar niet hoef te staan. Het is niet zo dat ik het niet durf, maar ik vind dat regelen achter de schermen en het zorgen dat alles uiteindelijk goed komt vind ik veel leuker.­­­

Op dat moment denk je dan soms wel eens ‘wat een chaos, het gaat helemaal fout’. Er is bijvoorbeeld wel eens een brandalarm afgegaan, of dat er kinderen ergens onder lagen. Naderhand kijk je er dan op terug en kun je zeggen dat het uiteindelijk toch allemaal goed is gegaan. Niemand heeft er wat van gemerkt maar wij vonden het allemaal fantastisch.

Wat is voor jou het mooiste aan LEF?

De gezelligheid onderling. Ondanks dat je best wel gefocust bent achter de schermen, heb je toch een soort vast team dat er staat. Niek staat er bijvoorbeeld altijd, Lisette staat altijd achter de schermen, Yentl is er sinds een aantal jaren bij, Joey komt ieder jaar weer terug.

Ook al zie ik ze maar een of twee keer in het jaar, als ik ze iets toevertrouw weet ik dat het goedkomt. We kunnen ook wel een beetje met elkaar klooien, maar op het moment dat het nodig is er wel focus en wordt er gedaan wat er moet gebeuren.

Het is hartstikke gezellig, en dat gebeurt eigenlijk automatisch. Die sfeer is er altijd al geweest, en de professionaliteit zit daar gewoon in.

En maakt het dan nog uit welk verhaal er wordt gespeeld? Je bent ondertussen al aan je derde verhaal toe met LEF.

Het was wel een beetje pijnlijk toen ‘Tim en de grote verhalensoep’ eruit ging. Ik snapte het wel, want hij draaide natuurlijk al negen jaar. Maar het was voor mij dé voorstelling waarmee ik LEF ingekomen ben.

Ik had één keer ‘De kleren van Keizer Q’ gedaan, maar daarna was alles ‘Tim en de grote verhalensoep’. Die overgang naar een nieuw verhaal voelde wel heel vreemd, maar het lijkt me toch ook wel leuk om weer een nieuw verhaal uit te proberen. Om te kijken wat we daar weer mee kunnen.

Als je ziet wat er binnen ‘Tim en de grote verhalensoep’ door de jaren heen nog aangepast en veranderd is, dan denk ik dat het bij deze voorstelling ook wel goedkomt. Maar het is altijd even wennen.

Als productieassistent doe jij natuurlijk van alles, maar heb je nog dingen die je het allerleukst vindt?

Ik denk dan toch het contact met de kinderen. Het is niet zo dat het voelt alsof ik al die kinderen moet kennen, maar vooral voor hen vind ik het fijn dat zij een bekend gezicht zien. Dat als zij meedoen dat zij weten dat ze bijvoorbeeld mij en Lisette kennen, en dat zij bij ons terecht kunnen als er iets aan de hand is. Je bent niet maar een van de gezichten die er rondloopt in de voorstellingsweek om maar te helpen.

Wat ik heel fijn vind is om een aanspreekpunt voor ze te zijn. Dat als er iets is en ze iets willen delen, ze dat dan ook vooral met mij kunnen doen. Ik denk dat dit ook voortkomt uit mijn eigen vroege ervaringen als deelnemer aan LEF.

En je bouwt dus wel echt een band op met de kinderen in het proces?

Ik probeer dat wel, ook al ben ik nu wat minder op Lindenberg Aldenhof op de vrijdagen van de repetities en zie ik daardoor de kinderen minder vaak. Maar ik hoop wel dat er desondanks een beetje een band ontstaat zodat ze met dat soort dingen naar mij komen.

 

Heb je ook wel eens dat als je een kind ziet lopen dat je jezelf van vroeger herkent?

Dat heb ik zeker wel eens gehad, en dat is een beetje gek om te zien. Dat je ze ziet lopen en denkt van ‘dat deed ik toen eigenlijk ook’. En over 10 jaar doen we het samen!

Het is ook grappig om te zien wat voor soort kinderen er lopen. Je hebt er een paar die echt supergraag op het podium staan, waar ik ook vol van overtuigd bent dat ze gemaakt zijn om voor de mensen iets te doen. En je hebt er een aantal die zijn gemaakt voor achter de schermen en om te zorgen dat alles goedkomt. Het is wel leuk om dat verschil te zien.

Je hebt van die kids die zo graag willen, en zoveel energie erin steken. Daar word ik al heel vrolijk van, en dan hoeft het nog niet eens helemaal goed te gaan!

Je vertelde voor dit gesprek dat je keuze voor de opleiding die je nu doet deels voortkomt uit je ervaringen met LEF. Welke opleiding doe je en vertel eens welke rol LEF daarbij speelt?

Ik studeer Communicatie IEMES aan de Fontys in Tilburg, wat staat voor International Event, Music and Entertainment Studies. Een hele mond vol, maar kort gezegd is het communicatie in de richting van entertainment en evenementen. Het is heel breed, je kunt kiezen welke kant jezelf op wil.

Ik heb gekozen voor de richting ‘Storytelling & Theme Parks’, maar theater zit er nog steeds bij mij ook wel in. Ik ben laatst naar een voorstelling geweest en dan denk ik vooral ‘wat vet dat ze dat geregeld hebben!’. De voorstelling was ook leuk, maar ik ben dan zo gefocust op wat zij doen met opkomen en afkomen. Daar let ik dan ook heel erg op, dus dat is zeker iets waar ik later misschien nog wat mee ga doen.

Bij LEF heb ik geleerd dat ik het werken achter de schermen heerlijk vind, om ervoor te zorgen dat het voor de schermen goed loopt.

Naast LEF doe ik het Pepernotencircus bij de Lindenberg, daar help ik ieder jaar aan mee. Door die ervaring met LEF en het Pepernotencircus heb ik bedacht dat ik iets wil gaan doen met theater, en ik heb mijn opleiding daar dan ook op uitgekozen.

Zit er een groot verschil tussen de werkwijze van het Pepernotencircus en LEF?

Ik vind van niet: iedereen heeft een beetje dezelfde manier van denken, en er hangt dezelfde sfeer. Zo van ‘het komt allemaal wel goed, we pakken aan maar we zorgen wel dat het gezellig blijft’. Die sfeer vind ik heerlijk. Als dat later in mijn werk zou kunnen zou dat fantastisch zijn!

Is dat nou typisch LEF, die sfeer en werkwijze?

Ja! Ik heb wel eens vriendinnen meegenomen om te komen helpen, en die zeiden ook dat ze het zo opvallend vonden dat ze meteen ontvangen werden alsof ze er al jaren werkten terwijl je net nieuw bent.

Straks heb je dan ook de productieklaskinderen die je kunnen ondersteunen en die je gaat begeleiden. Uit je verhaal maak ik op dat je wel iets met kinderen hebt. Zou je dat later ook in je werk willen?

Ik heb zeker iets met kinderen, en heb veel zin om met de productieklaskinderen aan de slag te gaan. Ik ben ook leiding bij de scouting, dus ik denk dat ik dat wel aankan. Maar het is natuurlijk per kind anders, je moet altijd even kijken hoe je het aanpakt.

Ik heb ook de Pabo gedaan ooit, maar dat was het toch niet helemaal. Ik heb nog steeds wel het idee dat ik iets met kinderen wil gaan doen in mijn werk. Misschien wel bij de Lindenberg, omdat jullie veel doen in het onderwijs.

Zie je nog verbeterpunten of doelen binnen LEF?

Verbeterpunten heb ik niet. Voor LEF is het doel dat de voorstelling weer op het podium komt, en dat mensen kunnen zien waaraan er al die weken zo hard is gewerkt. Dan ben ik tevreden, als dat weer prima is gegaan en ik aan het eind van de week denk ‘dat was hem’ dan is het helemaal goed.

Tijdens de voorstellingsweek ben je dus heel intensief aan het werk voor LEF?

Ik heb die week nu al gereserveerd in mijn agenda, ieder jaar ben ik er de hele week als het kan. Dinsdagavond, woensdag de hele dag en dan donderdag en vrijdag tot alles opgeruimd is.

Je bent niet op de scholen?

Nee, ik ben alleen op de Lindenberg, dus alleen de productieklas kende me. De reden dat ik er toch ook op woensdag bij ben in de voorstellingsweek zelf is dat dan de scholen ook nog eens langskomen om te oefenen. Dan hebben de leerlingen in ieder geval een keer mijn gezicht gezien, zodat ze niet tijdens de voorstelling denken ‘wie ben jij?’ als ik zeg dat ze moeten doorlopen ;)

Merk je verschil tussen hoe de schoolklassen en de theaterklas erin staan?

Ja, dat verschil merk je wel. Het is niet zo dat de kinderen die van de scholen komen niet naar je luisteren, maar ze kijken je af en toe aan van ‘ik luister wel, maar wie ben jij eigenlijk en wat doe je hier?’. Bij de theater- en productieklas is de herkenning juist heel fijn. Dat als ik ze vraag of ze even aan de kant gaan of dat ze zich om willen kleden dan nemen ze het wat makkelijker aan, er lijkt meer vertrouwen te zijn.

Kinderen zien natuurlijk ook wel veel verschillende gezichten bij zo’n productie opeens.

Inderdaad. Ik weet nog wel toen ik zelf meedeed toen was het echt heel groot en chaotisch op sommige momenten. Het gebouw van de Lindenberg is natuurlijk al vrij groot. Je moest dan opeens naar boven naar de zaal en dan weer naar beneden om te wachten. En dat ging zo snel, en je wist als kind eigenlijk niet wat er allemaal gebeurde. Terwijl als ik er nu op terugkijk zie ik wel dat het toch gewoon goed geregeld was.

Op basis van die ervaring lijkt het me goed om misschien toch een soort doorloop te doen met de kinderen een keer. Dat we uitleggen wat er gaat gebeuren, en waarom bepaalde dingen gaan zoals ze gaan. Zodat we daarmee wat extra duidelijkheid geven aan de kinderen.

Ik weet ook nog dat ik toen ik zelf meedeed Jos Verest aankeek en dacht ‘wow, hij is de hoofdrolspeler van deze voorstelling’. Tegenwoordig kijk ik hem aan en denk ik gewoon ‘ja, dat is Jos’. Dus dat wisselt ook weer, en dat het perspectief zo verandert in die tijd dat ik bij LEF betrokken bent vind ik heerlijk! Dat gevoel heb ik bijvoorbeeld ook als ik Will nu hoor zeggen ‘daarvoor moet je bij Soraya zijn’, en denk ik van ‘ja, dat klopt’.

Heb je weleens dat je midden in de nacht wakker wordt met een liedje van LEF in je hoofd?

Vanaf de momenten dat we hier gingen oefenen met het eindlied van ‘Tim en de grote verhalensoep’ was dat standaard het liedje dat de hele tijd door je hoofd ging. En dan bleef dat zo tot aan de voorstellingsweek, daarna kon ik het pas ergens weer loslaten. Tijdens de weken zelf was het dan wel prima, maar tijdens de voorstelling was het echt een kippenvelmomentje. Dan moet ik af en toe wel een traantje wegpinken omdat ik zo trots ben op wat zij en wat wij neergezet hebben.

Ik begreep dat je vader ook meehelpt aan LEF. Wat doet hij?

Mijn vader helpt met de haren van de kinderen. Dat vindt hij hartstikke leuk om te doen.

Hoe vindt hij het om jou in die andere rol te zien als je bezig bent met LEF?

Ik denk dat hij dat ook wel leuk vindt. Ik weet dat andere mensen wel eens zeggen dat ze een bepaalde verandering zien. Ik heb dat zelf niet zo door, maar ik ga dan over naar een soort regelrol. Dat gebeurt bij mij automatisch, dat zit er een beetje in. En dan weten anderen ook van ‘laat Soraya maar even haar ding doen, dan komt het allemaal wel goed’. Maar volgens mij is mijn vader wel trots, dat zegt hij regelmatig.

Misschien doe je over tien jaar nog wel mee! Twintig jaar LEF, dertig jaar LEF?

Ik vind het heel leuk om te zien dat de groepen steeds groter worden. Op een gegeven moment zit er natuurlijk wel een grens aan de grootte van de groepen. Maar als je weet dat toen wij begonnen er zes hoofdrollen waren en twaalf dansers, en dat er nu dertig, vijfendertig kinderen hebt vind ik fantastisch. Dat zij het ook leuker vinden en allemaal mee willen doen.

Er is genoeg gebeurd achter de schermen, en genoeg misgegaan maar het is altijd van dat het voor de schermen niet zichtbaar is geweest. Af en toe kan het nog steeds wel eens gebeuren dat er van alles misgaat, maar zo lang ze daar voor niks van merken is mijn dag helemaal goed.

Aan het eind van de week komt iedereen bij elkaar na het opruimen, en dan hoor je ook weer dat er bij de een iets helemaal fout gegaan is maar toch weer goed gekomen is. Dan deelt iedereen de verhalen van hoe het dat jaar, die week gegaan is. Dat vind ik altijd een heel fijn moment, even afsluiten met zijn allen.

Meer lezen over wat Lindenberg op School doet?

Bekijk onze pagina of schrijf je hieronder in voor onze nieuwsbrief over het primair onderwijs.

E-mailadres